Het gedicht van De Letters van Utrecht werd en wordt geschreven door leden van het Utrechts Stadsdichtersgilde:
Ruben van Gogh: Letter 1 – 124
Ingmar Heytze: 125 – 240
Chrétien Breukers: 241 – 374
Alexis de Roode: 375 – 532
Ellen Deckwitz: 533 – 682
Baban Kirkuki: 833 – 988
Vicky Francken: 989 – 1057
N.N. (wordt ca. 2021 benoemd door het Utrechts Dichtersgilde): 1058 – ?
N.N. (wordt ca. 2023 benoemd door het Utrechts Dichtersgilde): ? – ?
enz.
Het Utrechts Dichtersgilde zal voor de publicatie van de laatste letter uit de bijdrage van de laatstgenoemde dichter een andere dichter(es) vragen het gedicht voort te zetten.
The poem of the Letters of Utrecht was written and will be continued by members of Utrecht’s guild of poets:
Ruben van Gogh: Letter 1-124
Ingmar Heytze: 125-240
Chrétien Breukers: 241-374
Alexis de Roode: 375-532
Ellen Deckwitz: 533-682
Mark Boog: 683 – 832
Baban Kirkuki: 833 – 988
Vicky Francken: 989 – 1057
N.N. (shall be identified by Utrecht’s guild of poets in late 2021): 1058 – ?
N.N. (shall be identified by Utrecht’s guild of poets in about 2025): ? – ?
and so on. Utrecht’s guild of poets will ask another poet to continue the poem before the last letter of the contribution of the most recent poet is published in the streets of Utrecht.