nog te lezen
en te smijten
’t klootjesvolk
dat mij vertrapt
voorbij, o en..
Dit gedicht staat ondergronds in de zijkant van de stenen van Letters 656, 690, 698, 699 en 703. Deze, en het gedicht, werden bijgedragen door Oudegracht 285bis – een eigen tegendraads kunstproject.
One person, identified as “Oudegracht 285bis”, contributed five Letters over the course of the past year, adding his own art project with a poem below ground. The poem is in Dutch, below a translation:
still to be read
and to be hurled beyond
the common herd
trampling on me
beyond, o and beyond forever
The poem is engraved in the sides of the stones of Letters 656, 690, 698, 699 en 703. The last line refers to a famous line by poet J.C. Bloem.